Babybijbel

Babybijbel

In de Babybijbel vind je de mooiste verhalen voor je baby. De Bijbelverhalen worden zo verteld dat ook je kindje ze kan ervaren. Samen voel je de zon op je wangen, hobbel je mee met Abraham op de kameel en maak je muziek voor God. Zo komen de verhalen uit de Bijbel tot leven in woorden en beelden die passen bij baby’s. Bij elk verhaal vind je een kinderliedje op een bekende melodie, lieve en grappige bijbelliedjes die je graag voor je baby zult zingen.
Voorlezen is van groot belang voor baby’s en kleine kinderen. De Babybijbel helpt je om al in het eerste jaar de meest waardevolle verhalen uit de Bijbel met je kindje te kunnen lezen.
De zwart-wit-illustraties zijn speciaal gemaakt voor jonge baby’s, omdat ze deze al goed kunnen onderscheiden. Ook je oudere kindje zal in de Babybijbel veel kunnen ontdekken.

Marieke ten Berge en Corien Oranje

Marieke ten Berge is illustrator en ontwerper. Ze bedacht het concept van deze Babybijbel met zwart-wit-illustraties, die voor baby’s zo duidelijk te onderscheiden zijn. De teksten zijn geschreven door Corien Oranje. Corien is kinderboekenschrijver en theoloog. Ze schreef de verhalen en maakte bij elk verhaal een liedje.

Liedjes

Bij de Babybijbel horen ook babyliedjes. Aan het eind van elk verhaal staat een liedje op een bekende wijs van een kinderlied. Zo kan je met je baby zingen en meedoen. De liedjes zijn zo aanstekelijk dat je de oudere kinderen ook meegaan doen. Zo wordt het een heel feest. Bijvoorbeeld het liedje ‘Stappen, stappen’, dat je hier kunt beluisteren.

Stappen, stappen
In je handjes klappen
Dansen, zingen
In de plassen springen
Zingen voor de Heer
Springen voor de Heer
Klap! En we doen het nog een keer (op de wijs van Zagen, zagen)

Nog meer liedjes luisteren? Dat kan hier!

Leeftijd: vanaf 4 maanden

“Ik vind het knap hoe de Bijbelverhalen over de schepping, Abraham, Jezus’ geboorte, een psalm en andere verhalen zo eenvoudig verteld worden. Nergens worden de verhalen simpel. Ze zijn goed doordacht en in al hun eenvoud opgeschreven.”

Dominee Otto Grevink